|
Deschaillons-sur-Saint-Laurent, 8 augustus 2008
Inderdaad, we zijn weer terug bij de St. Lawrence Rivier. Na Bainsville stuitten we (nog maar een paar kilometer in Québec) tot onze stomme verbazing op een heus fietspad, gescheiden van de rijbaan. Dat fietspad leidde ons naar een brug over de rivier. Op die brug stond overduidelijk dat het voor fietsers en wandelaars verboden was. Toen wij een fietser vroegen, hoe we dan aan de overkant moesten komen, zei hij doodleuk: "over de brug, een andere manier is er niet". Dat hebben we dan maar gedaan; een rij auto's in ons kielzog.
Maar de nieuwe blik op deze indrukwekkende rivier, die de verbinding vormt van de Grote Meren en de Atlantische Oceaan wordt door de regen vertroebeld. En het is niet de eerste dag dat het in Québec regent. Elke dag krijgen we wel de zegen van Pluvius. De tent is ook al een tijdje niet uit de zak geweest. Elke dag komen we doorweekt in een motel aan. Behalve toen we op uitdrukkelijke uitnodiging van Chantale bij haar, haar man Jerome, en de kinderen logeerden. Het was overigens een uitstapje dat ons lang zal heugen. Behalve de duik in hun privé-zwembad, een prachtig uitzicht op het meer en de gezellige avond die we bij hen hadden, heeft het landschap rond Sherbrooke diepe indruk achter gelaten. De zweetdruppels waren niet te tellen door de hevige regenval, maar de beenspieren moesten stevig aan het werk. De vele hellingen zijn goed voor de wijnbouw en andere fruitteelt, zoals bosbessen.
Toch levert de combinatie van steile hellingen en regen ook weer bijzondere situaties op: vlak voor een afdaling van 11% begon het heel hard te regenen. Zo durfden we niet naar beneden. We zetten de tandem tegen de poort bij een huis en schuilden onder een grote luifel. Bang als we zijn voor honden zagen we aan weerskanten van die luifel twee kettingen liggen. Gelukkig zaten de honden in huis (met dit weer laat je zelfs je hond niet buiten!). Maar ze sloegen natuurlijk wel aan. De vrouw des huizes nam een kijkje en nodigde ons uit om binnen te komen. Wij duidden in ons beste Frans (gebarentaal) dat wij het haar niet wilden aandoen om twee verzopen katten in huis te laten. Toen kwam dochterlief (die kende twee woorden Engels) met twee koppen koffie en lekkere koeken naar buiten terwijl de zoon twee keukenstoelen voor ons buiten neerzette. Zo zie je maar weer; de Québécoise gastvrijheid kent geen grenzen.
Die hadden we ook al mogen ervaren toen we Harold en Helen ontmoetten. Zij hebben veel familie in Ede en omgeving wonen en op 3 augustus kwamen ze ons in Venise-en-Québec opzoeken. Ze hadden een grote picknickmand met lekkers mee, die we in het park (onder het droge dak van de theekoepel) hebben opgepeuzeld. We kenden elkaar alleen via email, maar het was alsof we al jaren vrienden zijn. Jammer dat we daar niet vier dagen later langs kwamen, want dan hadden we met George en France (nog een paar familieleden) ook kunnen kennismaken.
Na de omweg langs de grens met de USA zijn we via Waterloo, Windsor en Asbestos (met een heus museum over de asbest-winning) weer terecht bij de St. Lawrens Rivier. Die volgen we enige honderden kilometers met hopelijk beter weer.
Groet van Aafke en Jan
|
|
FOTO'S:
|